Weefselpleister voor gebroken harten

Er zijn in Nederland ongeveer één miljoen hart- en vaatpatiënten. Jarenlang waren hart- en vaatziekten doodsoorzaak nummer één. Door nieuwe behandelmethodes gaan er nu weliswaar minder mensen dood aan een hartaanval, maar het aantal patiënten met een chronische aandoening stijgt. Aan het Leids Universitair Medisch Centrum onderzoekt Marie-Josè Goumans naar manieren om het hart te repareren met lichaamseigen cellen.

Regeneratieve geneeskunde probeert het lichaam met lichaamseigen materiaal te laten herstellen. In 2004 heeft een Duitse onderzoeksgroep voor het eerst voorlopercellen (dat zijn een soort stamcellen) uit het beenmerg in een hart gespoten na een hartaanval. Het resultaat was revolutionair. Het herstel na de hartaanval ging veel sneller dan normaal. Maar nu blijkt dat het effect van die piek in het herstel na twee jaar weg is. Dat betekent dat onderzoekers nu terug moeten naar de tekentafel om te kijken wat er gedaan kan worden om het herstel blijvend te verbeteren. Misschien werkt deze behandeling beter als er voorlopercellen uit het hart gehaald worden?